Het is niet overdreven aan te nemen dat de meeste Nederlanders eenderde van hun leven zittend doorbrengen. Dat doen ze op een stoel achter hun bureau, aan tafel, achter het stuur, of luierend op de bank voor de tv. Naarmate we ouder worden, gaan we waarschijnlijk meer zitten. Zitten maakt dus een wezenlijk deel van ons leven uit en toch wijden we er zelden een tweede gedachte aan. Dat zouden we nou juist wel moeten doen, vindt ‘zittoloog’ Harrie Staarink. Goed zitten is een kunst die te leren valt.
Harrie Staarink en onze zitgewoonten
‘Goed zitten is ook actief zijn’
Door Christa Carbo
Anders dan slapen, een activiteit die we delen met alle andere levende wezens, is zitten op een stoel een menselijke uitvinding. De oude Egyptenaren deden het al, op stoelen met poten in de vorm van dierenpoten. Inmiddels, zo’n vijfduizend jaar later, heeft de menselijke beschaving de relaxfauteuil, de bureaustoel op draaivoet en de zachte, verleidelijke ‘hangbank’ voortgebracht. Gemak dient de mens, zou je zeggen, maar zo simpel is het niet.
‘De meeste mensen zitten slecht’, vindt Harrie Staarink, industrieel ontwerper en al vijfentwintig jaar bezig met het onderwerp, ‘Dat komt omdat ze zich er nauwelijks van bewust zijn wat goed zitten is én omdat ze bij het uitkiezen van stoelen en banken meer letten op het kleurtje en het design, dan op de zithouding. Een goede rugleuning geeft vooral steun aan de onderrug, die van nature een beetje hol is. Veel stoelen en banken zijn te zacht en te diep, waardoor je in de verkeerde houding zakt en de onderrug wat rond gaat staan. Het gevolg is dat je extra moeite moet doen om je hoofd op te richten. Als je jarenlang zo zit, heeft dat vroeg of laat gevolgen voor je lijf. Voor je rug met name, want die moet het ontgelden als je zo zit.’
Een goede stoel helpt de rug ontspannen door steun te geven aan de onderkant. De meeste mensen merken het wel wanneer die ontbreekt. Vaak proberen ze de lendenen te stutten door een los kussentje in de rug of half opzij. Al in de meubelzaak wordt vaak met kussentjes gewerkt. Die staan immers gezellig en bovendien - dat weet de verkoper ook - dan zit de bank of de stoel van onze keuze ineens een stuk prettiger. Staarink: ‘Een goede bank of stoel heeft die kussentjes niet nodig. Het is de moeite waard om wat langer en bewuster te gaan zitten wanneer je meubels uitkiest. Alleen dan kun je voelen wat het effect is wanneer je zit. Neem de tijd. Een bank kan een wolf in schaapskleren zijn. Na een dag winkelen lijkt iedere bank lekker te zitten. Pas na een poosje merk je pas of dat echt zo is. Kun je ontspannen zitten met de rug helemaal tegen de rugleuning aan, of is de zitting daarvoor te breed? Glij je langzaam achterover of zak je juist in elkaar? Steunt de rugleuning de lendenen en zijn de armleuningen niet te hoog?’
Een bank is helemaal een raar ding vindt de ‘zittoloog’, omdat je er hoogstens aan één kant met je arm op kunt leunen. De armen maken vijftien procent van het lichaamsgewicht uit en het maakt dus nogal wat uit of je die ergens op kunt laten rusten. In het midden van een bank is het eigenlijk niet lekker zitten en we doen dat dan ook meestal niet spontaan. In de hoeken kunnen we op de arm- en rugleuning steunen bij het zoeken naar de prettigste houding.
Ouderen geven niet voor niets eerder de voorkeur aan een gemakkelijke stoel dan aan een bank. Een stoel biedt steun aan beide zijkanten en dat is ook prettig bij het gaan zitten en omhoog komen. Speciaal voor ouderen ontworpen stoelen zijn vaak iets hoger omdat diep wegzakken en vooral weer opstaan nogal wat vraagt van beenspieren en knieën.
Staarink: ‘Heel zachte stoelen zijn voor oude mensen ook onprettig. Daarin voelen ze zich onzeker, zo’n stoel zit te wiebelig.’ Mensen, niet alleen ouderen, zitten het liefst stabiel. Daarom slaan we volgens Staarink vaak een been over het andere. Zo wordt het bekken gefixeerd en dat geeft extra stevigheid.
Wie rustig zit en ontspannen voor zich uitkijkt, zal altijd zoeken naar de houding waarbij het hoofd in balans op de romp staat. Staarink: ‘Een stok met een bal erop kun je op je hand in evenwicht houden. Zo werkt het ook met de bovenste wervels en het hoofd. Als het hoofd in balans staat, kost het de minste kracht het rechtop te houden en kunnen de rug- en nekspieren zich ontspannen.’ Mensen kunnen vaak lang autorijden zonder moe te worden omdat ze hun hoofd dan in de balanshouding houden. Dat lukt des te beter doordat de rugleuning van een auto verstelbaar is en we de stoel in de voor ons ideale stand kunnen zetten. ‘Televisie kijken is functioneel hetzelfde als autorijden’, zegt Staarink, ‘Ook dan kijken we rustig naar een punt voor ons uit. Het zou dus ideaal zijn als we voor de tv hetzelfde zouden kunnen gaan zitten als achter het stuur, maar helaas bieden de meeste banken bij lange na niet de zitkwaliteiten van een autostoel.’
Voor even is het niet erg, maar wie jarenlang verkeerd zit, kan op den duur rugklachten krijgen. Dat veel oude mensen een kromme rug hebben, is volgens Staarink het gevolg van langdurig verkeerd zitten en lopen. ‘Die kromme ruggen zijn ook cultureel bepaald. Kijk eens naar oudere Afrikanen: die lopen meestal kaarsrecht. Ze zijn van jongst af aan gewend lasten op hun hoofd te dragen en ze zitten meestal ook niet zo veel in stoelen, zoals wij. Wij Nederlanders zijn ‘dubbeltjeszoekers’, we hebben de neiging het hoofd te laten hangen en steeds naar beneden te kijken.’ Tegen zijn 86-jarige moeder zegt Staarink vaak: ‘Loop eens rechtop, je loopt als een oude vrouw.’ Dat is geen hardvochtigheid, eerder een geheugensteuntje. ‘Ze kán namelijk wel rechtop lopen, het kost haar alleen moeite. En juist die moeite is heel goed.’
Gewone, alledaagse bewegingen tikken flink aan bij het behoud van een goede conditie. Daarom is Staarink geen voorstander van de luxe bureaustoel die met iedere beweging meegaat. ‘Tegen een stoel moet je je kunnen afzetten, terwijl die bureaustoelen als het ware aan je achterwerk geplakt zitten. Draaistoelen op wieltjes zijn nu min of meer standaard in kantoren, terwijl er volgens mij nooit goed is nagedacht over hun zitkwaliteiten. Je moet ‘t het lichaam niet zo gemakkelijk mogelijk maken, maar het juist zo goed mogelijk belasten. Zonder belasting gaat het degeneren. Door op te staan om iets te zeggen tegen de collega die achter je zit, in plaats van je met stoel en al om te draaien, train je.’ Veranderen van houding, je even uitrekken, koffie gaan halen of zomaar een rondje lopen, het zijn allemaal elementen van wat Staarink ‘goed zitgedrag’ noemt.
Wat ongezond is, is urenlang bewegingloos zitten, gebiologeerd door de televisie, of door wat zich op het computerbeeldscherm afspeelt. ‘Ons lichaam is niet gemaakt voor statische belasting. We moeten in beweging blijven, alleen als we bewegen krijgen onze spieren voldoende voeding. Probeer bijvoorbeeld eens een wasknijper tien minuten lang opengeknepen vast te houden. Je denkt dat je dat gemakkelijk volhoudt, maar na een paar minuten houdt het echt op, omdat je spieren dan gaan protesteren. Die willen zuurstof, die willen bewegen.’
Voor mensen die in een rolstoel zitten lijkt het minder voor de hand te liggen, maar ook zij moeten proberen statische belasting te voorkomen. Zoveel mogelijk bewegen en af en toe gaan verzitten is ook voor rolstoelers het beste, al werkt bij hen soms het mechanisme niet meer dat waarschuwt wanneer we van houding moeten veranderen. Toch zouden zij er een gewoonte van moeten maken geregeld anders te gaan zitten, bijvoorbeeld door hun stoel in een andere stand te zetten. Staarink bestudeert al vele jaren de zitkwaliteiten van rolstoelen: ‘De zithouding is heel belangrijk. Ze is bijvoorbeeld van invloed op de spasticiteit waar veel rolstoelgebruikers last van hebben. Door in de juiste houding te zitten, worden de spasmen geremd. Een fysiotherapeut kan helpen de goede houding te vinden. Ook hierbij is een ontspannen stand van het hoofd noodzakelijk.’ Maar niet alleen de zitgewoonten van de rolstoeler zelf zijn van belang, natuurlijk moet ook de stoel helpen om tot een zo gunstig mogelijke belasting van het lichaam te komen. ‘De rolstoel is een maatpak’, zegt Staarink, ‘Hij moet als gegoten zitten. Helaas voldoen nog lang niet alle rolstoelen daaraan.’
‘De kunst van het zitten’ door Harrie Staarink
Uitgeverij Aramith, ISBN 90 6834 180 4
Bron: Uit en Thuis, magazine over wonen, reizen en gezond ouder worden, dec 1999 / jan 2000.